Dit recept is gebaseerd op dit recept van Uit Pauline’s Keuken

1. Rasp de gember. Meng de sojasaus met de olijfolie, de geraspte gember en een snuf chilipeper tot een marinade. Snijd de kipdijfilet in stukjes en doe dit samen met de marinade in een kom. Laat een half uur marineren in de koelkast.
2. Schil de zoete aardappel en de gewone aardappelen en snijd ze in blokjes. Kook tot ze zacht zijn, zo’n 10 minuten. Bewaar een beetje van het kookvocht.
3. Stamp de aardappelen tot een puree. Voeg een scheutje kookvocht toe (je kunt eventueel ook een scheutje lactosevrije melk toevoegen) en breng op smaak met peper en zout.
4. Was de paksoi en snijd in stukjes. Spoel ook de champignons af en laat deze uitlekken, als je deze gebruikt, of was de oesterzwammen en snijd ze in stukjes.
5. Bak de kipfilet gaar in een pan. Verhit ondertussen in een andere pan een scheutje olijfolie en bak hier de champignons kort in aan (als je deze gebruikt). Voeg dan ook de paksoi en de taugé toe en bak deze een paar minuten aan. Voeg 1 el sojasaus toe aan de groente en eventueel 1 tl sambal voor wat extra pit (als je niet van pittig houdt, kun je 1/2 tl toevoegen of het helemaal weglaten).
6. Roer de groenten door de aardappelpuree. Proef en breng de puree op smaak met een scheutje sojasaus en een beetje peper. Verdeel de aardappelpuree over 2 borden.
7. Leg hier de kipfilet bovenop. Garneer met wat gehakte pinda’s en ringetjes lente-ui.