Voor de boerenkool stamppot

1. Breng een grote pan met water aan de kook. 
2. Schil de aardappels en snijd ze in vieren. Zorg dat je ongeveer even grote blokjes hebt. 
3. Voeg deze toe aan de pan en doe ook de boerenkool in de pan. Laat 20 minuten koken. 
4. Maak ondertussen de oesterzwammen fijn en snijd in stukjes.
5. Verhit een pan en voeg hier de spekjes aan toe. Bak deze voor vijf minuten en voeg dan de champignons toe. Bak in 5 minuten goudbruin. Zet het vuur uit en zet opzij. 
6. Bewaar het vet van de spekjes voor de jus. Neem 2 el van het vet en doe in een aparte pan of gebruik 25 gram roomboter. De kalkoen spekblokjes die ik gebruikte bevatten niet zoveel vet, daarom kwam er niet zoveel vet van het spek af bij het bakken. Ik gebruikte daarom boter in plaats van vet. 
7. Voeg 25 gram glutenvrij bloem toe en roer met een garde door elkaar tot de bloem is opgenomen door de boter en het een glad mengsel is.
8. Kook dit voor 2 minuten terwijl je continue roert.
9. Voeg nu een scheutje bouillon toe. Voeg beetje bij beetje bouillon toe tot de jus de gewenste dikte heeft. Je hebt waarschijnlijk niet alle bouillon nodig. Proef en breng op smaak met wat peper.
10. Giet het water af van de aardappelen en boerenkool en stamp fijn.
11. Voeg het scheutje melk, mosterd, peper, zout en nootmuskaat toe. 
12. Roer de spekjes en oesterzwammen door de boerenkool stamppot heen. 
13. Schep op twee borden en verdeel een lepel jus over de boerenkool stamppot.